Examples of using "солгали" in a sentence and their dutch translations:
Ze hebben gelogen.
Ze hebben tegen je gelogen.
Het was duidelijk dat ze gelogen hadden.
- Het was duidelijk dat ze gelogen hadden.
- Het lag voor de hand dat ze gelogen hadden.
- Je loog tegen me.
- U loog tegen me.
- Jullie logen tegen me.
- Waarom loog je?
- Waarom loog u?
- Waarom logen jullie?
- Waarom heb je gelogen?
- Waarom heeft u gelogen?
- Waarom loog je tegen mij?
- Waarom loog u tegen mij?
- Waarom logen jullie tegen mij?
Ik denk dat je me belogen hebt.