Examples of using "сказали" in a sentence and their dutch translations:
Wat hebben ze tegen je gezegd?
Wat hebben ze tegen je gezegd?
Is je verteld wanneer je moet komen?
Wat hebben ze gezegd?
- Zeiden ze waarom?
- Hebben ze gezegd waarom?
Wat zei u?
Hebben ze gezegd hoe?
Hebben ze het hem gezegd?
en dit is wat ze me vertelden.
Ik moest een tijdje wachten.
...dan hadden we dat gezegd.
Doe wat men je zegt.
- Wat heb je gezegd?
- Wat zegt u?
- Wat hebben jullie gezegd?
Ze hebben het me verteld.
Ze zeiden dat ze dorst hebben.
- Enkelen van hen zeiden ja, en de anderen neen.
- Enkelen van hen zeiden ja, anderen zeiden neen.
Waarom vertelde men ons de waarheid niet?
We gaven geen opdracht,
- De leerlingen werden gezegd dat ze het gedicht uit het hoofd moesten leren.
- De studenten werden gezegd dat ze het gedicht uit het hoofd moesten leren.
Ze zeiden dat ze het niet wisten.
Zij zeiden dat ze van pizza houden.
Ze hebben me gezegd dat ze het druk hadden.
Weet u nog wat u gezegd hebt?
Wat ze jou vertelden, is precies het tegenovergestelde van wat ze mij gisteren vertelden.
Ik heb niet gehoord wat u gezegd hebt.
Hij deed wat hem gezegd werd.
- Wat heb je gezegd?
- Wat zegt u?
- Wat zei u?
- Wat hebben jullie gezegd?
Ik begreep alles wat jullie zeiden.
Daar is mij niets over verteld.
Heb je de waarheid verteld?
Men heeft mij gezegd dat Tom hier zou zijn.
Heb je het hem verteld?
Ze zeiden dat ze niet kleurenblind waren.
Ze zeiden dat ze zich buitengesloten voelden.
Ze vertelden ons dat ze konden helpen.
Ze vertelden ons dat ze dat zouden doen.
Wat hebben ze gezegd?
Ze vertelden ons dat ze dat niet zouden doen.
Ik kreeg te horen dat ik je moest helpen.
De dokters zeiden zonder omwegen tegen mij en mijn ouders
Volgens de radio zal het morgen regenen.
Volgens de televisie zal het morgen regenen.
Hij deed wat men hem gezegd had.
- Wablieft?
- Wat zegt u?
Excuseer, ik heb niet goed begrepen wat ge gezegd hebt.
Mijn ouders zeiden mij dat ouderen moeten gerespecteerd worden.
Het gebeurde niet zoals u zei.
De koning was wat je tegenwoordig een psychopaat zou noemen.
Tom en Maria zeiden dat ze van pizza hielden.
Waarom heb je het hun verteld?
Waarom hebt ge niet gewoon de waarheid gezegd?
- Wat zei je? Kan je het nog een keer zeggen?
- Wat zei u? Kunt u het nog een keer zeggen?
Wat heb je Tom verteld?
- Wablieft?
- Wat zegt u?
De verdachte werd opgelegd de stad niet te verlaten.
- Zei je iets?
- Zei u iets?
- Zeiden jullie iets?
- Wil je dat we het Tom vertellen?
- Wil je dat we het aan Tom vertellen?
Heb je het je broer verteld?
- Excuseer, ik heb niet goed begrepen wat ge gezegd hebt.
- Sorry, ik begreep niet goed wat je zei.
Tom doet alles wat we hem opdragen.
Was er iets ernstigs gebeurd, dan hadden ze het me verteld.
Tom en Maria zeiden dat ze geen koffie dronken.
Tom en Maria zeiden dat ze het niet geloofden.
Wat zei je precies tegen Tom?
Ons is verteld dat we dat niet mogen doen.
Hebben jullie iets tegen hem gezegd?
Heb je iets tegen haar gezegd?
Heb je iets tegen haar gezegd?
- Hoe zou jij het zeggen?
- Hoe zou jij het uitspreken?
Heb je hem niks gezegd?
Kan je herhalen wat je zei?
- Weet je nog wat je tegen me gezegd hebt?
- Weet u nog wat u tegen mij gezegd heeft?
Waarom heb je dat gezegd?
- Ik wil dat je me de waarheid vertelt.
- Ik wil dat u me de waarheid vertelt.
- Ik wil dat jullie me de waarheid vertellen.
- Tom deed wat hem gevraagd werd.
- Tom deed wat hem was gevraagd.
Waarom vertelde je me dat niet?
- Waarom heb je het haar niet verteld?
- Waarom heb je het haar niet gezegd?
Omdat zij Chinees praatten begreep ik niets van wat zij zeiden.
- Je hebt het me zelf verteld.
- Zo heb je dat me zelf verteld.
Ik herinner me wat je gezegd hebt.
Honden kunnen niet praten, maar het leek alsof de ogen van het hondje zeiden: "Nee, ik heb geen thuis."
Ik weet niet waarom je de waarheid niet verteld hebt.
Ik kon niet precies horen wat u zei.