Examples of using "поцеловал" in a sentence and their dutch translations:
Heb je haar gekust?
- Tom kuste Maria.
- Tom zoende Maria.
Hij heeft haar gekust.
- Tom kuste zijn neef.
- Tom kuste zijn nicht.
Tom kuste Mary’s hand.
Tom gaf Mary een tedere kus.
Waarom kuste je haar?
Hij kuste mij op mijn voorhoofd.
- Tom kuste Maria in de hals.
- Tom kuste Maria in de nek.
Ik kuste haar op haar voorhoofd.
- Misschien heeft Tom Mary gekust.
- Tom heeft Misschien Mary gekust.
Ik heb haar maar één keer gekust.
Hij kuste haar op de wang.
Tom gaf Maria een knuffel en kuste haar.
Tom kuste me op de wang.
- Waarom zoende je haar niet?
- Waarom kuste je haar niet?
Ik wil dat je me kust.
Tom heeft Mary niet gekust.
Ze kuste hem op de wang.
Waarom zoende je me?
Ik wil dat je me kust.
Ik wil dat je me kust.