Examples of using "получилось" in a sentence and their dutch translations:
Het is hem gelukt!
We hebben het gered.
Dit werkt vrij goed.
Oké, daar gaan we. Dat werkte.
Het is ons gelukt!
Dit was een groot succes.
Ik heb gefaald.
- Het is ons gelukt!
- We zijn erin geslaagd!
- Het werkte bijna.
- Het heeft bijna gewerkt.
- Het is ons gelukt!
- We succeeded.
Het is hem gelukt.
Tom kon niet stoppen met roken.
Je hebt het ernaar gemaakt.
- We hebben het gehaald.
- We hebben het gered.
Het is hem gelukt.
De perfecte plek om opgehaald te worden. We hebben het gered.
Niemand heeft gefaald.
Tom had het er moeilijk mee om Mary's liefde te aanvaarden.
- Je faalde.
- Jullie faalden.
- Ik heb gefaald.
- Ik faalde.
- Het is me niet gelukt.
Het is hem niet gelukt de kruiswoordpuzzel in de krant op te lossen.
- Tom is geslaagd.
- Tom slaagde.
Heeft hij opnieuw gefaald?
Tom slaagde er niet in om indruk te maken op de jongedame.
Het is je gelukt!
- Waarom is dit gebeurd?
- Waarom gebeurde dit?
Het faalde.
Ik vraag me af waarom niemand me dat verteld heeft.