Translation of "кость" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "кость" in a sentence and their dutch translations:

- Он дал собаке кость.
- Она дала собаке кость.

Ze gaf een been aan de hond.

Он дал собаке кость.

- Hij gaf de hond een bot.
- Hij gaf een bot aan de hond.

Две собаки погрызлись за кость.

De twee honden vochten voor het been.

Две собаки дерутся за кость, а третья убегает с ней.

Als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen.

Мениск — это не кость. Это хрящ, эластичная и гибкая ткань.

Een meniscus is geen been. Het is kraakbeen, een elastisch, buigzaam weefsel.