Examples of using "ветер" in a sentence and their dutch translations:
- De wind ging liggen.
- De wind is gaan liggen.
De wind ging liggen.
De wind is gaan liggen.
Wat een wind!
Wat een harde wind!
De wind is vandaag koud.
De wind waait.
- De wind waait.
- Het waait.
Wat een wind!
De wind huilt.
De wind is aan het razen.
De wind is gaan liggen.
De wind waait uit het westen.
De wind verstomt ieder geluid.
De wind waaide.
Er stond een straffe wind.
Wat een harde wind!
Het lijkt erop dat de wind sterker wordt.
De wind is vandaag koud.
Welke kleur heeft de wind?
Deze wind is een voorteken van een storm.
De wind groeit uit tot een storm.
De wind waait uit het westen.
De wind kuste de bomen teder.
Wie wind zaait, zal storm oogsten.
De wind waait uit het oosten.
- Deze wind is een voorteken van een storm.
- Deze wind is een voorteken van storm.
Blaffende honden bijten niet.
De wind heeft veel bomen geveld.
De wind waait uit zee.
Wie wind zaait, zal storm oogsten.
De wind komt uit het noorden.
De wind waait naar waar hij wil.
Er stak een sterke wind op.
Hij draait als de wind.
Drukverschillen veroorzaken oppervlaktewind
Het is verspild geld.
Er blaast een koude zeewind.
De wind wierp de bomen omver.
Wie wind zaait, zal storm oogsten.
Hij weet van waar de wind komt.
De wind waait in mijn gezicht.
Tom weet van waar de wind waait.
Maar de winden van geluk zijn er altijd
De koude wind blies in haar gezicht.
Hij waait met alle winden mee.
Maar als het 's nachts hard waait... ...zou het kunnen worden bedolven.
Maar als het 's nachts hard waait zou het kunnen worden bedolven.
Er staat een sterke wind en ik kan niet snel gaan.
Hij kon altijd zeggen in welke richting de wind blies.
Ik kan zien in welke richting de wind waait.
Jullie kennen de uitdrukking, dat we oogsten wat we zaaien. Ik heb de wind gezaaid en hier is mijn storm.