Examples of using "боялся" in a sentence and their dutch translations:
Ik had schrik dat ik te laat was.
- Hij had schrik voor zijn vrouw.
- Hij was bang voor zijn vrouw.
Ze was bang voor de hond.
Tom was bang om te zwemmen.
Tom was vroeger bang voor honden.
Tom was vroeger bang voor mij.
Tom was vroeger bang voor slangen.
- Hij had schrik voor zijn vrouw.
- Hij was bang voor zijn vrouw.
Ik was erg bang in het vliegtuig.
Napoleon Bonaparte was bang voor zwarte katten.
Tom was bang.
Hij was bang uitgelachen te worden.
Hij was bang om Kerstmis in het ziekenhuis te moeten doorbrengen.
Ik vreesde al dat zoiets zou gebeuren.
Tom vreesde dat hij Kerstmis in het ziekenhuis moest doorbrengen.
Maar nu vreesde Pitt dat Napoleons veroveringen Frankrijk te machtig maakte.