Examples of using "НЕТ" in a sentence and their dutch translations:
Nee, nee en nogmaals nee!
Neen!
Nee, natuurlijk niet.
Nee betekent nee.
Niet?
- Nee! Uitgesloten!
- Nee! Geen sprake van!
Nee, nee en nogmaals nee!
Nog niet.
Nee, ik vrees van niet.
- Nee, nee, ik heb het bij mij.
- Nee, nee, ik trakteer.
- Nee, nee, ik betaal.
Er is geen oplossing.
- Er is geen water.
- Daar is geen water.
Nee, papa.
O nee!
Er zijn geen regels.
Er is geen hoop.
- De stroom is uitgevallen.
- De elektriciteit is uitgevallen.
Nog niet.
Nee, ga zitten.
Er is geen koffie.
Ik vraag me af hoe veel licht er nog in zit. Nee, nee.
niet.
Neen!
Nee.
Nee?
Hij is niet hier.
Misschien niet.
Er is geen haast.
Ik hoop van niet.
Er zijn geen goden.
Er is geen oplossing.
Er is geen koffie.
Er is hier geen suiker.
Neen, niet echt.
- Er is geen bewijs.
- Ze hebben geen bewijs.
Maar nee.
"Ben je moe?" "Nee, helemaal niet."
Hij is niet hier.
Er is hier niets.
- Er is niemand.
- Niemand hier.
Waarom niet?
Ze is niet hier.
Misschien niet.
Nee, ik heb het niet bij me.
Er is hier niets.
Waarschijnlijk niet.
Er is niemand hier.
Neen, ik ben Engels.
Er is geen toiletpapier.
Nee, ik ben moe.
Zeg nee tegen drugs.
Er zijn nog geen opmerkingen.
Tom is niet hier.
Hij is niet hier.
Natuurlijk niet.
maar nee.
O, man. Nee.
Dat was het niet.
er is geen verschil.
Nee, helemaal niet.
Er is geen zeep.
- Nee, bedankt.
- Nee, dank u.
Er is geen keuze.
Geen probleem.
Hij is niet binnen.
Nee, papa.
- Blijkbaar niet.
- Kennelijk niet.
Er is geen haast.
Er is geen God.
Er zijn geen klanten.
Er is geen oplossing.
- O nee!
- Nee toch!
- O jee!