Examples of using "Venci" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb gewonnen.
Ik heb gewonnen!
Ik kwam, ik zag, ik overwon.
Ik heb niet gewonnen.
Ik kwam, ik zag, ik overwon.
Ik kwam, ik zag, ik overwon.
Ik versloeg hem in het schaken.
Met vijf tegelijk wierpen ze zich op mij, maar ik heb alle vijf de aanvallers overwonnen.