Examples of using "Venceu" in a sentence and their dutch translations:
- U heeft gewonnen!
- Jullie hebben gewonnen!
Tom won de race.
Wie won de competitie?
Jullie hebben gewonnen.
Waarom heeft Tom vandaag niet gewonnen?
Ik weet niet wie het kampioenschap gewonnen heeft.
- Je hebt gewonnen!
- U heeft gewonnen!
- Jullie hebben gewonnen!
Tom heeft niet gewonnen.
Nederland heeft het wereldkampioenschap van 2010 gewonnen.
Hij heeft nooit het alfabet overwonnen.
De campagne was een succes en hij won de verkiezingen.
Tom zei me dat hij had gewonnen.
Ken heeft tegen mij gewonnen met schaken.