Examples of using "Tímida" in a sentence and their dutch translations:
Ze is een beetje verlegen.
Ja, ooit was ze een heel schuchter meisje.
Ze is niet zo verlegen als vroeger.
Mary is een heel verlegen meisje.
Tom zei dat Mary verlegen is.
Ze is niet zo verlegen als vroeger.
Ja, ooit was ze een heel schuchter meisje.
Je bent verlegen.
Ze is een beetje verlegen.
- Je bent verlegen.
- Jullie zijn verlegen.
Wees niet verlegen.