Examples of using "Roubaram" in a sentence and their dutch translations:
- Je bent beroofd.
- Ze hebben je beroofd.
Iemand heeft mijn paspoort gestolen.
Haar handtas is gestolen.
Iemand heeft mijn paspoort gestolen.
Mijn pen is gestolen.
Haar handtas is gestolen.
Hij werd beroofd van al zijn geld.
Tom werd geslagen en beroofd.
Mijn auto is gisteravond gestolen.
Ze stalen haar broodtrommel en gooiden het uit het raam.
Twee mannen met maskers op, beroofden de bank.
Ze stalen mijn fles wijn!
Mijn auto is gestolen. Hij staat niet waar ik hem geparkeerd heb.
Gister werd mijn horloge gestolen.
Mijn fiets is gisteren gestolen.