Examples of using "Passada" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben hier gisteravond aangekomen.
Ik heb het vorige week gekocht.
- Waar was je de vorige nacht?
- Waar was je gisterenavond?
Het was afgelopen week.
Ze is vorige week overleden.
Voorbij het gevaar.
Dit shirt moet gestreken worden.
Wat is er afgelopen nacht gebeurd?
Ik heb hem vorige week betaald.
Verleden pijn is vlug vergeten.
Waar was je de vorige nacht?
Tom was de vorige week ziek.
- Ik heb vreemd gedroomd afgelopen nacht.
- Ik had gisterenavond een vreemde droom.
De vorige week ben ik begonnen Chinees te leren.
De oude man is vorige week overleden.
Het regent sinds de vorige donderdag.
Waar was je de vorige nacht?
- Ik was afgelopen week erg bezig.
- Afgelopen week was ik erg bezig.
Haar vader is vorige week overleden.
Was je gisteravond moe?
Wat heb je afgelopen nacht gedaan?
- Dit shirt moet gestreken worden.
- Dit hemd moet gestreken worden.
- Dit hemd moet worden gestreken.
Vorige week hebben we niets gedaan.
Ik kwam Mary tegen op het feest afgelopen week.
Afgelopen maandag woonden wij een concert bij.
Ik heb afgelopen donderdag mijn huis verkocht.
Ik heb afgelopen nacht een grappige droom gehad.
Ik ben vorige maandag gaan vissen.
Ze is sinds vorige week ziek.
Ik denk dat ik in een vorig leven een princes was.
Het donderde en bliksemde vannacht.
Leg het eronder en gebruik het als een wrijvingszaag.
Waarom kon je afgelopen nacht niet slapen?
Ik had afgelopen nacht een afschuwelijke droom.
Ik kan me niets herinneren van gisteravond.
Ik zag mijn opa vorige week.
De temperatuur was de afgelopen nacht onder nul.
- Ik heb vreemd gedroomd afgelopen nacht.
- Ik had een vreemde droom vannacht.
Het sneeuwde vannacht.
Gisterennacht fietsten we door de stad.
Tom en Mary zijn afgelopen voorjaar getrouwd.
Tom en Mary zijn vorige week uit elkaar gegaan.
Ik liep vorige week op een feestje Mary tegen het lijf.
Gisterenavond sliep Tom als een blok.
Afgelopen nacht was er een brand in de wijk.
- Hij is vorige week naar de Verenigde Staten gegaan.
- Hij is afgelopen week naar Amerika gegaan.
- Hij is vorige week naar de Verenigde Staten toe gegaan.
Mijn vrouw heeft vorige week een kind gebaard.
- Mijn vader kwam vannacht laat thuis.
- Mijn vader kwam gisteravond laat thuis.
Vorige week at ik elke dag pizza.
Tom zegt dat hij gisteravond een ufo zag.
Mijn moeder was gisteravond tot laat op.
Ze was één en al zenuwen gisteravond.
Gisteren ben ik gaan slapen zonder mijn tanden te poetsen.
Afgelopen lente heb ik Boston bezocht.
Wij zijn hier vannacht aangekomen.
Volgens de krant was er gisteren een grote brand.
Die man is vorige week aan longkanker gestorven.
Afgelopen nacht stierf zijn vader in het ziekbed.
Ik heb sinds afgelopen nacht een lichte hoofdpijn.
Vorige nacht brak er een grote brand uit in de omgeving.
Tom had dat echt vorige week moeten doen.
Het examen dat hij vorige week afgelegd heeft was uiterst moeilijk.
Het heeft geregend vannacht.
Woorden ontsnappen me.
Dit hemd moet worden gestreken.
Ik heb veel gedronken en kan me niet veel herinneren van wat er afgelopen nacht is gebeurd.
Deze roman is interessanter dan deze die ik vorige week gelezen heb.
- Wat hebt ge gisteravond gedaan?
- Wat heb je afgelopen nacht gedaan?
- Ik heb vreemd gedroomd afgelopen nacht.
- Ik had een rare droom vannacht.
Ik had een vreemde droom vannacht.
- Tom kwam vannacht in Boston aan.
- Tom kwam gisterenavond in Boston aan.
Ik moet weten wat er vannacht gebeurd is.