Translation of "Mostrar" in Dutch

- Eu vou te mostrar.
- Vou te mostrar.

Ik zal het u tonen.

Pode me mostrar?

Kun je me dat laten zien?

- Vou lhe mostrar algumas fotos.
- Eu vou te mostrar algumas fotos.
- Vou te mostrar algumas fotos.

Ik zal jullie wat foto's laten zien.

- Mostrar-lhe-ei algumas fotos.
- Eu vou te mostrar algumas fotos.
- Vou te mostrar algumas fotos.

Ik zal je wat foto's laten zien.

Eu vou te mostrar.

Ik zal het je tonen.

Você pode me mostrar?

Kunnen jullie het me laten zien?

Vou te mostrar onde.

Ik ga je laten zien waar.

- Vou lhe mostrar algumas fotos.
- Eu vou te mostrar algumas fotos.

- Ik zal je wat foto's laten zien.
- Ik zal jullie wat foto's laten zien.

- Eu vou lhe mostrar o caminho.
- Vou mostrar-te o caminho.

Ik zal u de weg tonen.

- Tom quer te mostrar uma coisa.
- Tom quer mostrar-lhe algo.

Tom wil je iets tonen.

Posso te mostrar uma coisa?

Kan ik je iets laten zien?

- Por favor, senhor, quer mostrar-me essas fotos?
- Por favor, senhora, quer mostrar-me essas fotos?
- Por favor, senhores, querem me mostrar essas fotos?
- Por favor, senhoras, querem me mostrar essas fotos?

Kunt u me deze foto's laten zien, alstublieft?

Queira mostrar-me o seu passaporte.

Uw paspoort, alstublieft.

Você pode me mostrar o caminho?

Kan je me de weg wijzen?

Eu vou te mostrar a cidade.

Ik zal je de stad laten zien.

Vou te mostrar meu carro novo.

Ik zal u mijn nieuwe auto tonen.

Vou mostrar meu álbum para você.

Ik zal je mijn album laten zien.

O oásis está a mostrar ser esquivo.

Deze oase in ongrijpbaar.

Deixa-me te mostrar algo que encontrei.

Laat me je iets laten zien dat ik tegenkwam.

Quero te mostrar algo em meu escritório.

- Ik wil je iets laten zien in mijn bureau.
- Ik wil je iets laten zien in mijn kantoor.
- Ik wil u iets laten zien in mijn kantoor.
- Ik wil jullie iets laten zien in mijn kantoor.

- Você poderia me mostrar o caminho para o porto?
- Vocês poderiam me mostrar o caminho para o porto?

Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?

Você pode me mostrar seu passaporte, por favor?

Wilt u me uw paspoort even laten zien alstublieft?

Você pode me mostrar seu cartão de embarque?

Kunt u mij uw instapkaart laten zien?

Continuar a mostrar para ela como a amamos.

...haar te laten weten dat we van haar houden.

Eu sei que você quer me mostrar algo.

Ik weet dat u me iets wilt laten zien.

Preste atenção. Eu vou te mostrar como se faz.

Kijk goed. Ik zal je laten zien hoe je dit doet.

Você vai me mostrar o que você comprou ontem?

- Zult ge mij tonen wat ge gisteren gekocht hebt?
- Toon je me wat je gisteren gekocht hebt?

Ele fez a gentileza de mostrar-me o caminho.

Hij was zo vriendelijk om mij de weg te wijzen.

Você é muito gentil em me mostrar o caminho.

- Het is erg aardig van u om me de weg te wijzen.
- Erg vriendelijk van u om me de weg te wijzen.

A sua cabeça fica branca para mostrar que está pronto.

Zijn gezicht wordt wit om aan te geven dat hij er klaar voor is.

Eu vou te mostrar o carro que acabei de comprar.

Ik laat je de auto zien die ik net gekocht heb.

Às vezes não consigo me segurar ao mostrar minhas emoções.

Soms kan ik mijn emoties niet bedwingen.

Talvez algum dia você possa me mostrar como se faz.

Misschien kun je me een keer laten zien hoe je dat doet.

Você pode mostrar-me o caminho para o ponto de ônibus?

- Kunt u mij de weg naar de bushalte wijzen?
- Kun je me de weg naar de bushalte tonen?

- Eu te mostrarei a cidade.
- Eu vou te mostrar a cidade.

Ik zal je de stad laten zien.

Mesmo ocupado, reservou um pouco do seu tempo para me mostrar a cidade.

Ook al had hij het druk, hij nam toch wat van zijn tijd om mij de stad te laten zien.

Foi aí que o maior matulão da zona decidiu que era altura de mostrar aos intrusos a porta da selva e a perseguição começou.

Toen besloot de grootste jongen van het woud de indringers... ...de jungle uit te zetten, en begon de achtervolging.

- Ela estava ocupado, mas mesmo assim reservou um pouco do seu tempo para me acompanhar pela cidade.
- Mesmo ocupado, reservou um pouco do seu tempo para me mostrar a cidade.

Ook al had hij het druk, hij nam toch wat van zijn tijd om mij de stad te laten zien.