Examples of using "Cenoura" in a sentence and their dutch translations:
Tom haat wortels.
Ik haat wortels.
- Hij heeft een hekel aan wortels.
- Hij haat wortelen.
Tom houdt van wortels.
Ik lust geen wortels.
Heb je ooit wortelsap gedronken?
Het konijn eet de wortel.
Tom houdt van rauwe wortels.
De haas stal een wortel uit de tuin.
De hele nacht is sneeuw gevallen. 's Ochtends hebben de kinderen van het dorp een sneeuwman gemaakt. Een wortel verbeeldt zijn neus.