Examples of using "Weź" in a sentence and their dutch translations:
Pak dat.
Neem er maar een.
Neem het.
Neem de mijne.
Neem alles.
Neem Tom.
Kies een kaart.
Gebruik een gewone tak.
- Pak je spullen.
- Haal je spullen bij elkaar.
- Hier, neem dit.
- Hier, pak aan.
Neem de andere stoel!
Neem je computer mee.
Pak een boek en lees het!
Neem een taxi naar het hotel.
- Breng je vrienden mee.
- Laat je vrienden komen.
- Neem uw kinderen mee.
- Breng je kinderen mee.
Neem een ei uit de koelkast.
Dus pak je afstandsbediening en neem 'n beslissing.
Pak je afstandsbediening. Je moet een beslissing nemen.
Pak je afstandsbediening en neem een beslissing.
Pak een boek en lees het!
Neem er nog een.
Dus pak je afstandsbediening en neem een snelle beslissing.
Pak je gamecontroller. Je moet een beslissing nemen.
Pak je gamecontroller en neem 'n beslissing.
Pak je afstandbediening en maak een keuze.
Neem het mes en snij de punt eraf.
Dus pak je gamecontroller en maak een snelle beslissing.
Neem uw kinderen mee.
Neem dit medicament, en ge zult u beter voelen.
Pak je touchscreenapparaat en neem een beslissing.
Pak je gamecontroller en maak een keuze. Helikopter of vliegtuig?