Examples of using "Troje" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb drie broers en zussen.
Mijn tante heeft drie kinderen.
Hij heeft drie kinderen.
De drie haatten elkaar.
Ik heb een vrouw en drie kinderen.
Gisteren zijn drie mannen uit de gevangenis ontsnapt.
Drie kinderen waren aan het spelen in het park.
Hij is getrouwd en heeft drie kinderen.