Examples of using "Straciłem" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb verloren.
Ik ben mijn milt kwijt.
Ik ben alles kwijt.
Ik ben het uurwerk verloren.
- Ik verloor het bewustzijn.
- Ik viel bewusteloos.
Ik ben gisteren mijn horloge verloren.
- Ik heb een beetje gewicht verloren.
- Ik ben een beetje afgevallen.
- Het is jouw schuld dat ik mijn eetlust kwijt ben.
- Dankzij jou heb ik mijn eetlust verloren.
- Dankzij u heb ik geen trek meer.
- Ik ben al mijn geld kwijt.
- Ik heb al mijn geld verloren.
Ik heb mijn vrouw verloren in een verkeersongeval.
Ik ben gisteren mijn horloge verloren.