Translation of "Plan" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Plan" in a sentence and their dutch translations:

Świetny plan.

Dat is een geweldig plan.

To dobry plan.

Dat is een goed plan.

Mam już plan.

Ik heb al een plan.

Masz jakiś plan?

Heb je een plan?

Ten plan zadziała.

Het plan zal werken.

Razem tworzą plan możliwości.

Samen geeft dat een blauwdruk van mogelijkheden.

Twój plan brzmi wspaniale.

- Uw plan klinkt uitstekend.
- Jouw plan klinkt uitstekend.

Kto zrobił ten plan?

Wie heeft dit plan gemaakt?

Potrzebny nam plan B?

Hebben we een plan B nodig?

Jego plan jest niebezpieczny!

Zijn plan is gevaarlijk!

Wprowadził plan w życie.

Hij voerde het plan uit.

Nowy plan wyszedł dobrze.

Het nieuwe plan werkte prima.

To Pepe Mujica stworzył Plan Juntos.

Pepe Mujica kwam met het idee van Plan Juntos.

Ten plan zostanie zrealizowany w najbliższej przyszłości.

Dit plan zal in de nabije toekomst worden geïmplementeerd.

Ponieważ ten metal nie jest wrakiem, musimy obmyślić nowy plan.

Dit metaal was niet 't wrak dat we zochten. We moeten een nieuw plan bedenken.

Plan polegał na tym, by udać, że przywieziono do Urugwaju z Buenos Aires kogoś, kto tam zmarł,

Met dat plan deden we alsof... ...een overleden persoon in Buenos Aires naar Uruguay werd gebracht.