Examples of using "Betty" in a sentence and their dutch translations:
Betty heeft hem gedood.
- Betty vermoordde haar moeder.
- Betty heeft haar moeder gedood.
Betty is danslerares.
Betty vermoordde haar.
Betty heeft hem gedood.
Betty rijdt snel.
Betty heeft hem gedood.
Betty geeft de bloemen water.
Betty zei nooit een woord.
Betty kan piano spelen.
Betty spreekt uitstekend Esperanto.
Tom spreekt Spaans, en Betty ook.