Examples of using "Baseball" in a sentence and their dutch translations:
- Laten we honkbal spelen!
- Laten we honkballen!
Laten we honkbal gaan spelen!
Hij gaat morgen honkbal spelen.
Mike kan niet goed basketballen.
Sommige mensen houden van honkbal, anderen van voetbal.
- Ik houd ervan honkbal te spelen.
- Ik hou ervan honkbal te spelen.