Translation of "Piacevole" in Dutch

- Lei è una persona piacevole.
- È una persona piacevole.

- Zij is een plezierig mens.
- Het is een aardig mens.
- Het is een aardige meid.

Che piacevole sorpresa!

Wat een leuke verrassing!

- Ti auguro un viaggio piacevole.
- Vi auguro un viaggio piacevole.

Ik wens u een goede reis.

Il clima è piacevole.

Het klimaat is aangenaam.

Era piacevole parlare con lei.

Het was leuk met haar te praten.

- Tom è piacevole.
- Tom è gradevole.

Tom is aantrekkelijk.

Era alla mano e piacevole a parlarci,

je kon gemakkelijk en leuk met hem praten,

Anche se non è bello, conveniente o piacevole.

zelfs als het niet mooi is, goed uitkomt of prettig is.

Incontrare il mio vecchio amico è stato molto piacevole.

Mijn oude vriend ontmoeten was erg aangenaam.

piacevole equilibro tra accuratezza della dimensione e della forma.

zijn goede evenwicht tussen nauwkeurigheid van grootte en van vorm.