Translation of "Noci" in Dutch

Stanno raccogliendo noci.

Ze verzamelen noten.

- Mi piacciono le noci di macadamia.
- A me piacciono le noci di macadamia.

Ik hou van macadamianoten.

Vedi i pezzetti di noci?

Zie je die stukjes noot?

Tom è allergico alle noci.

Tom is allergisch voor noten.

Agli scoiattoli piacciono le noci.

Eekhoorns houden van noten.

- Lo scoiattolo era impegnato a raccogliere noci.
- Lo scoiattolo era occupato a raccogliere noci.

De eekhoorn was bezig met noten verzamelen.

Questo scoiattolo è allergico alle noci.

- Deze eekhoorn heeft een notenallergie.
- Deze eekhoorn is allergisch voor noten.

Tom è allergico alle noci, vero?

Tom is allergisch voor noten, toch?

Magari le noci degli scoiattoli o simili.

Misschien eekhoornnootjes. Zoiets.

Quindi l'orso ovviamente sta mangiando molte noci, molta frutta,

De beer eet dus een hoop nootjes... ...veel fruit...

Gli scoiattoli mangiano semi e noci, così come insetti e funghi.

Eekhoorntjes eten zaden en noten, maar ook insecten en paddenstoelen.

Lo scoiattolo di Tom è cieco, ha paura delle altezze ed è allergico alle noci. Non credo che sopravviverebbe senza Tom.

Toms eekhoorn is blind, heeft hoogtevrees en is allergisch voor noten. Ik denk niet dat hij het zou overleven zonder Tom.