Examples of using "Mago" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil een tovenaar zijn.
Ik ben geen tovenaar.
Ben je een tovenaar?
- Tom ging als tovenaar verkleed.
- Tom heeft zich als tovenaar verkleed.
Tom is een tovenaar.
Ben je een tovenaar?
Ik heb een vriend wiens vader goochelaar is.
Ik heb een vriend wiens vader goochelaar is.
Je kunt nog zo handig zijn... ...ik kan niet toveren.
Ben je een tovenaar?