Examples of using "Libero" in a sentence and their dutch translations:
- Vanavond ben ik vrij.
- Ik ben vanavond vrij.
Is hij vrij vanavond?
Ik ben vrij.
Neem een paar dagen vrij.
Is deze zitplaats vrij?
Is Tom nu vrij?
- Je bent vrij.
- U bent vrij.
- Wat doe je in je vrije tijd?
- Wat doen jullie in je vrije tijd?
- Wat doet gij in uw vrije tijd?
- Ik ben een vrije man.
- Ik ben een vrije mens.
- Ik ben een vrij mens.
Ik heb geen vrije tijd.
Vanavond ben ik vrij.
Wat doen jullie in je vrije tijd?
- Ik ben deze nacht vrij.
- Ik ben vanavond vrij.
- Ik heb nu tijd.
- Ik ben nu vrij.
Ik ben vandaag vrij.
Ik ben vrij!
Tom is vrij.
Is deze zitplaats vrij?
Ik ben nu vrij.
Bent u vrij?
Je bent vrij.
Wat doe je in je vrije tijd?
Hou volgende zondag vrij.
Excuseer, is deze vrij?
Ik ben vrij op zondag.
Het is een vrij land.
Ik wil vrij zijn.
Ik wilde vrij zijn.
Vanavond heb ik tijd.
Ik ben vrij.
De moordenaar loopt nog altijd op vrije voeten.
- Ik ben deze nacht vrij.
- Vanavond ben ik vrij.
- Ik ben vanavond vrij.
- Vanavond heb ik tijd.
- Ik ben deze nacht vrij.
- Ik ben vanavond vrij.
- Wat doet u graag in uw vrije tijd?
- Wat doe je graag in je vrije tijd?
Zaterdag is zijn vrije dag.
- Je bent vrij.
- U bent vrij.
- Jullie zijn vrij.
Ben je vrijdagmiddag vrij?
Over tien minuten ben ik vrij.
Ben je vrij dit weekend?
In mijn vrije tijd schrijf ik gedichten.
- Het is een vrij land.
- Dit is een vrij land.
Ik bel je zodra ik vrij ben.
Ik wilde vrij zijn.
Bent u vanavond vrij?
Ben je dinsdag vrij?
Hebt u een kamer?
Alle studenten hebben vrije toegang tot de bibliotheek.
...lopen moordenaars los.
Morgen is mijn vrije dag.
Wie is er vrij?
Ik neem morgenmiddag vrij.
- Wat doen jullie in je vrije tijd?
- Wat doet gij in uw vrije tijd?
- Wat doe je in je vrije tijd?
- Wat doet gij in uw vrije tijd?
Dat is gratis.
Ik neem morgenmiddag vrij.
Ze liet haar tranen de vrije loop.
- Ben je morgen vrij?
- Bent u morgen vrij?
- Zijn jullie morgen vrij?
om zo te worden geaccepteerd door een wild, vrij dier.
Je bent vrij om te zeggen wat je denkt.
Ik ben vrij.
Wat doet ge graag in uw vrije tijd?
- Wanneer ben je vrij?
- Wanneer bent u vrij?
- Wanneer zijn jullie vrij?
Ik ben morgen niet vrij.
Heb je nu tijd?
Ik bel je zodra ik vrij ben.
Heb je dinsdag tijd?
- Ben je vanavond vrij?
- Bent u vanavond vrij?
- Zijn jullie vanavond vrij?
of gratis toegang tot sociale-media-accounts ...
Alle studenten hebben vrije toegang tot de bibliotheek.
Vandaag ben ik niet vrij.
Denken staat vrij.
Ik voel dat ik vrij ben.
Ik ben vrij.
Als je vrij wilt zijn, moet je je televisie vernietigen.
- U bent vrij.
- Jullie zijn vrij.
Ik ben over tien minuten vrij.
Je bent vrij om te gaan wanneer je ook wil.