Examples of using "Lavato" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb de auto gewassen.
Ik heb de afwas al gedaan.
Ik poetste mijn tanden.
Tom waste de borden niet af.
Gisteren heeft hij zijn hond gewassen.
- Het moet gewassen worden.
- Dat moet gewassen worden.
- Het moet worden gewassen.
Hij waste appels.
Waarom heb je je handen niet gewassen?
Ik waste het.
Ik heb mijn overhemd gewassen.
Tom waste de aardappelen.
- Ik heb mijn T-shirt gewassen.
- Ik waste mijn T-shirt.
Tom poetste zijn tanden.
Tom waste zijn gezicht.
Na het avondeten deed ik de afwas.
Ik heb mijn haar niet gewassen.
- Heb je je handen gewassen?
- Heeft u uw handen gewassen?
- Heb jullie je handen gewassen?
- Ik waste mijn handen met water en zeep.
- Ik heb mijn handen met water en zeep gewassen.