Examples of using "Piatti" in a sentence and their dutch translations:
Doe de vaat.
- Hoeveel borden wil je?
- Hoeveel borden willen jullie?
- Ik doe de afwas.
- Ik ben de afwas aan het doen.
- Ik doe de vaat wel.
- Ik doe de afwas wel.
Ruim a.u.b. dat vaatwerk daar op.
Ik moet de afwas doen.
Ze heeft de vaat niet gedaan.
- Ik doe meestal de vaat.
- Gewoonlijk doe ik de afwas.
Ik doe de afwas.
- Ik doe de afwas.
- Ik doe de vaat.
- Hij zal de afwas doen.
- Hij gaat de vaat afwassen.
Na het avondeten deed ik de afwas.
- Tom doet de afwas.
- Tom doet de vaat.
Tom at twee borden spaghetti.
Kun je me helpen met afwassen?
Degene die altijd de afwas doet, ben ik.
- Tom doet de afwas.
- Tom doet de vaat.
Ik heb de afwas al gedaan.
- Ik doe meestal de vaat.
- Gewoonlijk doe ik de afwas.
Deze borden zijn niet schoon.
Wij verkopen metalen, papieren en houten borden.
Ik liet de borden bijna vallen.
Er staan twee borden op tafel.
Tom waste de borden niet af.
Ik zal de borden nog eens afwassen.
- Wiens beurt is het om de afwas te doen?
- Wie is aan de beurt om af te wassen?
Het enige wat je hoeft te doen is de afwas.
- Tom zei Mary af te wassen.
- Tom zei tegen Mary dat zij moest afwassen.
Nee, Chinees is het beste.
Tom heeft een hekel aan afwassen.
Tom hielp Maria met de afwas.
en zet je voeten plat op de vloer
Het is Mary's beurt om de afwas te doen.
- Sushi is lekker, maar Thaise gerechten zijn beter.
- Sushi is goed, maar Thaise gerechten zijn beter.
Hij helpt me nooit met de afwas. Hij is erg lui.