Examples of using "Corona" in a sentence and their dutch translations:
Ik zie de kroon.
Ik zie een kroon.
Ik zie een kroon.
Het boek gaat over de koning die zijn kroon verloor.
Op de foto heeft het meisje geen gouden kroon, maar een kroon van bloemen op.
- De prinses draagt een gouden diadeem.
- De prinses draagt een gouden tiara.