Examples of using "Collega" in a sentence and their dutch translations:
Hij is mijn collega.
Ik ben een collega van Tom.
Sluit een controller aan.
We hebben een collega in Spanje.
Tom is mijn collega.
Minghui is mijn collega.
Dit is Tom, mijn collega.
Tom is onze nieuwe collega.
- De collega die getrouwd is met een Fransman, is naar Parijs.
- De collega die getrouwd is met een Fransman, is naar Parijs vertrokken.
wanneer we moeten samenwerken met een collega die we niet mogen --
Gelieve deze zin te linken aan de Spaanse.