Examples of using "Calda" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil heet water.
De kamer was warm.
Het water is warm.
Het water was warm.
Wat een warme dag!
De soep is te heet.
De soep is heet.
Wie wil er warme chocolade?
in de hete, vochtige lucht.
Het was een warme dag.
We hebben het warm water uitgevonden!
Het zand was warm.
Wat een warme dag!
Zijn huid was warm.
Hij heeft het warm water niet uitgevonden.
Wie wil er warme chocolade?
- Waarom is er geen warm water?
- Waarom is er geen heet water?
Ik zou graag een warme soep eten.
- Ik hou ervan om hete soep te eten.
- Ik eet graag hete soep.
Mijn hand is in warm water.
Het is warm.
Deze zomer was lang en warm.
Door de wond in warm water te doen...
...als een kleine kruik om warm te blijven.
Deze voelt warmer aan...
Het water is warm genoeg om erin te zwemmen.
Wat is het warmste seizoen?
De geiser spuit om de twee uur heet water.
Ik lig met mijn rug op het warme zand en sluit mijn ogen.
Giet geen heet water in het glas, of het zal barsten.
Maar hier voelt de lucht warmer aan... ...en ik heb het vrij koud.
...en je ziet een reflectie in de verte, een flikkering van de warmte...
Is het heet?
'Wat als het leven begon in een warme kleine vijver
Het einde van een lang en warm droogseizoen. De temperaturen raken overdag de 40 graden aan.
Een ezel stoot zich geen twee maal aan dezelfde steen.