Examples of using "Várok" in a sentence and their dutch translations:
Ik wacht af.
Ik wacht al uren lang.
Ik wacht hier.
Ik wacht op mijn moeder.
Ik kijk ernaar uit.
Ik zal buiten wachten.
Ik sta buiten te wachten.
Ik verwacht een brief van haar.
- Ik wacht op mijn beurt.
- Ik ben op mijn beurt aan het wachten.
Ik wacht al uren lang.
Ik wacht op mijn koffer.
Ik wacht op de trein.
Ik ben in verwachting.
Ik verwacht niets van jou.
- Ik ben zwanger.
- Ik ben in verwachting.
Ik wacht op een zeer belangrijk telefoontje.
We wachten al een half uur op u.
Ik blijf hier wachten tot hij komt.
Ik verwacht niets van u.
Ik sta op de bus te wachten.
Ben ik zwanger?
Ik ben al een uur op de bus aan het wachten.
Ik zal hier wachten tot ze komt.
- Ik heb antwoorden nodig.
- Ik moet antwoorden hebben.
Ik zal hier wachten tot ze komt.
- Ik ben zwanger.
- Ik ben in verwachting.
Ik zal hier wachten tot ze komt.
Ik heb toestemming nodig.