Examples of using "Apámnak" in a sentence and their dutch translations:
Gisteren heb ik mijn vader geholpen.
Mijn vader heeft veel boeken.
Mijn vader heeft vijf broers.
Gisteren heb ik mijn vader geholpen.
Mijn vader heeft dezelfde auto als de heer Kimura.
Mijn vader en mijn moeder hebben daar een grote boerderij.