Examples of using "Amerika" in a sentence and their dutch translations:
Hij studeert Amerikaanse geschiedenis.
- Amerika is heel groot.
- Amerika is erg groot.
Amerika is geen land, het is een continent.
gevolgd door Noord-Amerika.
De Verenigde Staten schaften de slavernij af.
Ze wonen in de jungles van Midden- en Zuid-Amerika,
de sloppenwijken van Mumbai, de favela's in Latijns-Amerika.
...op een migratie van 5000 kilometer langs de Amerikaanse westkust.
dat Amerika tracht te exporteren naar de rest van de wereld.
In Noord-Amerika zijn er meer dan 30 visserijen
dan is dat de opbrengst van Noord-Amerika in 1940.
Als Amerikaan (of Europeaan, nvdv) heb je deze waarschijnlijk gezien op school.
Ik wil naar een aantal andere landen reizen als ik ouder ben en Amerika staat zeker op de lijst.