Examples of using "Sosem" in a sentence and their dutch translations:
Ze is nooit getrouwd.
Ze zal nooit sterven.
Hij is nooit getrouwd.
Ze komt nooit op tijd.
- Ik heb u nooit gezien.
- Ik heb je nooit gezien.
Ik heb nog nooit gestemd.
Ik lieg nooit.
Ik draag nooit roze.
Belle had nooit kanker gehad.
Maar hij loog nooit.
Ik zal nooit roken.
Ik heb Tom nooit gekend.
Ik zou nooit twijfelen over zijn eerlijkheid.
Ik drink nooit wijn.
Ik zal nooit weggaan.
- Dat heb ik nooit gezegd!
- Ik heb dat nooit gezegd!
We zullen het nooit weten.
- Ik zal je nooit vergeten.
- Ik zal jullie nooit vergeten.
Ze liegen nooit.
- Ik ben nooit in het buitenland geweest.
- Ik ben nog nooit in het buitenland geweest.
Ik heb Tom nooit gekend.
Howard zal nooit genezen.
maar daar lees je nooit over.
Ze blijven groeien.
- Ik heb nog nooit een echte koe gezien.
- Tot nu toe heb ik nog nooit een echte koe gezien.
- Ik heb nog nooit een koe in het echt gezien.
Ik zal nooit jullie vriendin zijn.
Hij is nog nooit in het buitenland geweest.
Ik heb nooit gerookt.
Mannen huilen niet.
Ik heb nog nooit eerder een mango gegeten.
Ik heb het boek nooit gelezen.
Ik heb nooit van biologie gehouden.
Ze zal daar nooit over spreken.
Tom komt nooit op tijd.
- Tom zal het nooit weten.
- Tom zal het nooit te weten komen.
Hij loopt nooit te koop met zijn leren.
Tom draagt nooit roze.
Ik draag nooit witte sokken.
Ik heb nog nooit kaviaar gegeten.
Ik heb nog nooit zoiets gezien.
Ik heb nooit iemand om een gunst gevraagd.
Dus ik slaap nooit in een vliegtuig.
Ik heb dit nooit willen doen.
Morgen komt nooit.
Misschien zal hij wel nooit beroemd worden.
Hij breekt nooit zijn beloften.
Mijn oom schrijft nooit brieven.
Ik heb nog nooit van deze acteur gehoord.
Tom heeft Mary nog nooit horen zingen.
- Ik heb nooit zo'n grote walvis gezien.
- Ik heb nog nooit zo'n grote walvis gezien.
Tom is nog nooit gelukkig geweest.
Niet geschoten is altijd mis.
Je weet maar nooit.
We zullen misschien nooit dezelfde beslissingen nemen als zij,
Maar de territoriumstrijd zal nooit eindigen.
Hij liegt nooit.
Hij gaat de stad nooit meer bezoeken.
Tom heeft nooit een gebrek aan woorden.
Dat zou ik nooit gedacht hebben.
In de jungle is geen enkel leven zinloos.
Ik geef nooit op.
Maar in werkelijkheid voelde ik me zieker dan ooit.
Ik had er wel over gehoord, maar ik had ze nog nooit gezien.
Ik heb nooit van biologie gehouden.
Ik drink nooit koffie.
Tom had Maria nog nooit zo kwaad gezien.
Ik kan niet geloven dat je nog nooit van kumquats hebt gehoord.
Thuis verveel ik me nooit.
Ik had nooit gedacht dat hij zoiets wreeds zou kunnen doen.
Mijn huis staat vol met dingen die ik nooit gebruik.
Hij is nog nooit in het buitenland geweest.
Een persoon kan een ander persoon nooit helemaal begrijpen.
Iemand reageerde op een berichtje: "Ik zal nooit meer spek eten."
Zelden gezien en nog nooit eerder onderwater gefilmd.
Ik drink nooit koffie.
Haar vader stond haar nooit toe om met vrienden naar de stad te gaan.
We hebben niet altijd gelijk gehad. We hadden nooit gedacht dat Pepe president zou worden.
En ik zag haar drie vissen vangen. Dat had ik overdag nooit gezien.
Hij gaat de stad nooit meer bezoeken.
Je weet maar nooit wat er morgen gaat gebeuren.
- Alleen wie niets doet, maakt geen fouten.
- Wie niets doet, niets misdoet.
- Wie niets doet, doet niets verkeerd.
- Hier komt nooit een eind aan.
- Dit zal nooit eindigen.
Hier komt nooit een eind aan.