Examples of using "Wunder" in a sentence and their dutch translations:
...en wonderen.
Een wonder!
Geen wonder!
Geloof jij in wonderen?
Geloof doet wonderen!
Een wonder!
Gelooft Tom in mirakels?
Wat een wonder!
Geloof jij in wonderen?
De liefde doet wonderen.
Het was een echt mirakel.
Op miraculeuze wijze heeft hij overleefd.
Een middagdutje doet wonderen.
Niet gek dat de populatie van de begraafplaats stijgt.
Ik kan op een mirakel hopen, niet?
Als bij een wonder werd ze gespaard door het luipaard...
Geen wonder dat je deze woorden niet hebt gevonden.
Ze besteden zoveel tijd aan bidden om wonderen
En hoe zwarter de nacht, hoe meer wonderen deze wateren onthullen.
Al dit blijft voor mij een raadsel en een wonder.
Het is een wonder dat hij de orkaan heeft overleefd.
Het is een wonder dat hij nog leeft.
Tegenwoordig denk ik dat het een soort wonder was.
Ik begrijp niet hoe ze dat gedaan heeft. Dat was een wonder.
Het is jammer dat we geen wonderen kunnen kopen, net zoals we aardappelen kopen.
Er is een wonder gebeurd! Tom is volledig gezond en er is geen spoor meer van de ziekte.