Translation of "Weint" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Weint" in a sentence and their dutch translations:

- Sie weint.
- Er weint.

Hij huilt.

Sie weint.

- Ze huilt.
- Ze is aan het huilen.

Er weint.

Hij huilt.

Emily weint.

Emily huilt.

Tom weint.

Tom huilt.

Sie weint ständig.

Ze huilt voortdurend

Weint der Himmel?

Huilt de hemel?

Mein Freund weint.

Mijn vriend is aan het huilen.

Meine Freundin weint.

Mijn vriendin is aan het huilen.

Warum weint Tom?

- Waarom is Tom aan het huilen?
- Waarom huilt Tom?

Das Baby weint.

- De baby huilt.
- De baby is aan het huilen.

Wer weint hier?

Wie huilt er?

- Sag mir, warum sie weint.
- Sage mir, warum sie weint.

Vertel me waarom ze huilt.

Warum weint das Baby?

Waarom huilt de baby?

- Tom weint.
- Tom heult.

Tom huilt.

Leute, weint ihr etwa?

Huilen jullie nu?

Meine Schwester weint oft.

Mijn zus huilt vaak.

Mein Bruder weint oft.

Mijn broer huilt vaak.

Der kleine Junge weint.

Het jongetje is aan het huilen.

Tom weint nicht mehr.

Tom weent niet meer.

- Weine nicht!
- Weint nicht!

Huil niet!

Das Kind weint nicht mehr.

Het kind weent al niet meer.

Maria weint in ihrem Zimmer.

- Maria huilt in haar kamer.
- Maria is aan het huilen in haar kamer.

Tom zufolge weint Maria ständig.

Volgens Tom huilt Maria voortdurend.

Sag mir, warum sie weint.

Vertel me waarom ze huilt.

Sie weint sogar, wenn niemand zusieht.

Ze weent zelfs wanneer niemand het ziet.

Das Kind weint schon nicht mehr.

Het kind weent al niet meer.

Tom weint schon die ganze Nacht.

Tom huilt al de hele nacht.

- Weine nicht!
- Weint nicht.
- Weinen Sie nicht.

Huil niet!

Wir sehen wer lacht, aber nicht wer weint.

- We zien wie lacht; wie huilt, dat zien we niet.
- We zien wie lacht; wie huilt, die zien we niet.

- Warum weinst du?
- Warum weint ihr?
- Warum weinen Sie?

- Waarom ben je aan het huilen?
- Waarom huil je?
- Waarom huilt u?
- Waarom huilen jullie?

- Tom ist noch immer am Weinen.
- Tom weint immer noch.

- Tom huilt nog steeds.
- Tom is nog steeds aan het huilen.

- Wieso weinst du?
- Warum weinst du?
- Warum weint ihr?
- Warum weinen Sie?

- Waarom ben je aan het huilen?
- Waarom huil je?
- Waarom huilt u?