Translation of "Wartest" in Dutch

Worauf wartest du?

- Waar wacht je op?
- Waar wachten jullie op?
- Waar wacht u op?
- Waarop wachten jullie?

Auf wen wartest du?

Op wie wacht je?

Wartest du auf etwas?

- Ben je ergens op aan het wachten?
- Wacht je ergens op?

Wartest du auf Tom?

Wacht je op Tom?

Worauf wartest du? Antworte!

Waar wacht je op? Geef een antwoord.

- Worauf wartest du?
- Auf was wartest du?
- Worauf wartet ihr?
- Worauf warten Sie?

- Waar wacht je op?
- Waar wacht u op?
- Waarop wachten jullie?

- Was erwartest du?
- Worauf wartest du?
- Auf was wartest du?
- Worauf wartet ihr?

- Waar wacht je op?
- Waar wachten jullie op?
- Waar wacht u op?
- Waarop wachten jullie?

- Auf wen wartest du?
- Wen erwarten Sie?

- Wie verwacht je?
- Op wie wacht ge?
- Op wie wacht je?

Auf was wartest du? Gib mir eine Antwort!

Waar wacht je op? Geef een antwoord.

Du wartest atemlos, bis die Würfel geworfen werden.

Je wacht ademloos tot de dobbelstenen worden gegooid.

Ich möchte, dass du auf mich wartest, bis ich um sieben von der Arbeit komme.

Ik wil dat je op me wacht totdat ik klaar ben met mijn werk om zeven uur.