Examples of using "Tank" in a sentence and their dutch translations:
Kijk eens wat een enorme tank.
- Kunnen we met een halve tank benzine naar Miami rijden?
- Kunnen wij met een halve tank benzine naar Miami rijden?
Klimmen we deze tank in? Of duiken we de schroothoop in?
Klimmen we deze tank in? Of duiken we de schroothoop in?
Dus vallen de Britten aan bij Cambrai, met de eerste grote tank aanval in de geschiedenis.
We moeten een tankstation vinden omdat deze auto binnenkort geen benzine meer zal hebben.