Translation of "Amerikaner" in Dutch

- Dieser Student ist Amerikaner.
- Dieser Schüler ist Amerikaner.

Deze student is Amerikaans.

Er ist Amerikaner.

Hij is Amerikaan.

Ist er Amerikaner?

Is hij Amerikaans?

Sind das Amerikaner?

Zijn zij Amerikaans?

Bist du Amerikaner?

- Ben je Amerikaans?
- Bent u Amerikaans?
- Zijn jullie Amerikaans?

Ich bin Amerikaner.

Ik ben Amerikaans.

- Er ist kein Amerikaner.
- Er ist kein US-Amerikaner.

- Hij is geen VS-burger.
- Hij is geen Amerikaan.

- Sind Sie Amerikaner oder Franzose?
- Bist du Amerikaner oder Franzose?

Ben je Amerikaans of Frans?

Amerikaner essen viel Fleisch.

Amerikanen eten veel vlees.

Amerikaner sind sehr freundlich.

Amerikanen zijn erg vriendelijk.

Sie müssen Amerikaner sein.

Dat moeten wel Amerikanen zijn.

Er ist kein Amerikaner.

Hij is geen Amerikaan.

Ich bin kein Amerikaner.

Ik ben geen burger van de Verenigde Staten.

Dieser Student ist Amerikaner.

Deze student is Amerikaans.

Amerikaner sind nette Leute.

Amerikanen zijn aardige mensen.

Amerikaner sind überaus freundliche Leute.

Amerikanen zijn erg vriendelijk.

Die meisten Amerikaner lieben Hamburger.

De meeste Amerikanen houden van hamburgers.

Wir dachten, er sei Amerikaner.

We dachten dat hij een Amerikaan was.

Bist du Amerikaner oder Franzose?

Ben je Amerikaans of Frans?

Das müssen wohl Amerikaner sein.

Dat moeten wel Amerikanen zijn.

Er ist kein Amerikaner, sondern Engländer.

Hij is niet Amerikaans maar Engels.

Es stimmt, dass Amerikaner Pizza lieben.

Het is waar dat Amerikanen van pizza houden.

Er ist durch und durch Amerikaner.

Hij is door en door een Amerikaan.

- Ich bin Amerikaner.
- Ich bin Amerikanerin.

Ik ben Amerikaans.

Viele Amerikaner gaben Spanien die Schuld.

Veel Amerikanen gaven Spanje de schuld.

Viele konservative Amerikaner stimmten ihm zu.

Vele conservatieve Amerikanen waren het met hem eens.

Die Amerikaner sind ein aggressives Volk.

De Amerikanen zijn een agressief volk.

- Dieser Student ist Amerikaner.
- Diese Studentin ist Amerikanerin.
- Diese Schülerin ist Amerikanerin.
- Dieser Schüler ist Amerikaner.

Deze student is Amerikaans.

Kannst du Amerikaner und Kanadier voneinander unterscheiden?

Kan je inwoners van de Verenigde Staten onderscheiden van Canadezen?

Nicht alle Amerikaner sprechen Englisch als Muttersprache.

Niet alle Amerikanen spreken Engels als moedertaal.

Er ist kein US-Amerikaner, sondern Engländer.

Hij is niet Amerikaans maar Engels.

- Am 14. Februar feiern die Amerikaner den Sankt-Valentins-Tag.
- Am vierzehnten Februar feiern die Amerikaner den Valentinstag.

Op 14 februari vieren Amerikanen Valentijnsdag.

Am vierzehnten Februar feiern die Amerikaner den Valentinstag.

Op 14 februari vieren Amerikanen Valentijnsdag.

69 % der Amerikaner sind entweder übergewichtig oder fettleibig.

69% van de Amerikanen heeft overgewicht of obesitas.

- Wie würdest du einen US-Amerikaner von einem Engländer unterscheiden?
- Wie würdest du einen Amerikaner von einem Engländer unterscheiden?

Hoe zou jij een Amerikaan van een Engelsman onderscheiden?

- Die US-Amerikaner hatten nichts mit der Angelegenheit zu tun.
- Die US-Amerikaner waren nicht in die Affäre verwickelt.

De Amerikanen hadden niets te maken met de kwestie.

Man sagt, dass Japaner Weihnachten anders feiern als Amerikaner.

Er wordt gezegd dat de Japanners Kerstmis niet vieren zoals de Amerikanen dat doen.

69 % der erwachsenen Amerikaner sind entweder übergewichtig oder fettleibig.

69% van de volwassenen in Amerika heeft overgewicht of obesitas.

Wie würdest du einen Amerikaner von einem Engländer unterscheiden?

Hoe zou jij een Amerikaan van een Engelsman onderscheiden?

- Er ist der einzige Amerikaner, der den Ärmelkanal durchschwommen hat.
- Er ist der einzige Amerikaner, der den Englischen Kanal durchschwommen hat.

Hij is de enige Amerikaan die het Kanaal overgezwommen is.

- Er ist der einzige Amerikaner, welcher den Ärmelkanal durchschwommen hat.
- Er ist der einzige US-Amerikaner, der durch den Ärmelkanal geschwommen ist.

Hij is de enige Amerikaan die het Kanaal overgezwommen is.

Die beiden Männer, die auf der Bank saßen, waren Amerikaner.

Die twee daar op de bank waren Amerikanen.

Obwohl Tony ein Amerikaner ist, kann er nicht Englisch sprechen.

Hoewel Tony een Amerikaan is, kan hij geen Engels spreken.

Am 14. Februar feiern die Amerikaner den Sankt-Valentins-Tag.

Op 14 februari vieren Amerikanen Valentijnsdag.

Er ist der einzige Amerikaner, der den Ärmelkanal durchschwommen hat.

Hij is de enige Amerikaan die het Kanaal overgezwommen is.

Die US-Amerikaner hatten nichts mit der Angelegenheit zu tun.

De Amerikanen hadden niets te maken met de kwestie.

Ich habe an seinem Akzent erkannt, dass er Amerikaner ist.

Aan zijn accent kon ik horen dat hij een Amerikaan was.

Damals sah ich zum ersten Mal Menschen, die wie Amerikaner aussahen.

Dat was de eerste keer dat ik buitenlanders zag die op Amerikanen leken.

Jedes Jahr bringt die saisonale Grippe mehr als 60.000 Amerikaner um.

Elk jaar eist de normale griep ongeveer 60,000 levens in Amerika

Laut einer Studie sterben jährlich 53000 Amerikaner an den Folgen von Passivrauchen.

Volgens een studie sterven elk jaar 53.000 Amerikanen aan de gevolgen van passief roken.

Viele Amerikaner japanischer Abstammung wurden während des Zweiten Weltkriegs in Konzentrationslager verbracht.

Veel Japanse Amerikanen werden in de Tweede Wereldoorlog naar concentratiekampen gestuurd.

Wenn Sie Amerikaner sind, haben Sie wahrscheinlich diese Karte in der Schule studiert.

Als Amerikaan (of Europeaan, nvdv) heb je deze waarschijnlijk gezien op school.

Es ist offensichtlich, dass die US-Amerikaner nicht einmal ihre eigenen Probleme lösen können; wie wollen sie dann in der Lage sein, die Probleme der Welt zu lösen?

Het is duidelijk dat de Amerikanen hun eigen probleem niet eens kunnen oplossen, dus hoe kunnen ze zichzelf bekwaam achten voor het aanpakken van problemen in de rest van de wereld?