Examples of using "Starrte" in a sentence and their dutch translations:
Hij staarde naar haar decolleté.
- Hij zat maar wat te staren.
- Hij staarde in het niets.
Tom was ons aan het aanstaren.
Hij staarde naar haar decolleté.
Ik staarde naar de man.
Tom bleef uit het raam staren.
Ik staarde in de ogen van dit ongelooflijke wezen.
Hij staarde langs me heen en keek gewoon naar de grond.
...en wikkelde het als een cape om zich heen... ...en staarde me aan door de opening.