Translation of "Stahl" in Dutch

Dieser Mensch stahl meine Geldbörse.

Die man heeft mijn portemonnee gestolen.

Jesus hat Bauchmuskeln aus Stahl.

Jezus heeft buikspieren van staal.

- Jemand stahl ihr Geld.
- Jemand hat ihr Geld gestohlen.
- Irgendjemand stahl ihr Geld.

Iemand heeft haar geld gestolen.

Der Mann stahl ihm sein ganzes Geld.

De man beroofde hem van al zijn geld.

Der Hase stahl aus dem Garten eine Möhre.

- De haas stal een wortel uit de tuin.
- De haas heeft een wortel uit de tuin gestolen.

Stahl ist eine Legierung aus Eisen und Kohlenstoff.

Staal is een legering van ijzer en koolstof.

Ein Fuchs stahl die Küken aus dem Stall.

Een vos heeft de kuikens uit de stal geroofd.

Tom erwischte Maria dabei, wie sie Geld aus der Kasse stahl.

Tom betrapte Maria toen ze geld uit de kassa stal.

- Wer hat den Apfel gestohlen?
- Wer stahl den Apfel?
- Wer klaute den Apfel?

Wie heeft de appel gestolen?

- Er hat das Geld gestohlen.
- Er stahl das Geld.
- Er hat Geld gestohlen.

Hij heeft het geld gestolen.

- Er stahl meine Uhr.
- Er hat meine Uhr geklaut.
- Er hat mir meine Uhr geklaut.
- Er hat meine Armbanduhr gestohlen.

- Hij heeft mijn horloge gestolen.
- Hij stal mijn horloge.

Ab 1950 begann die Europäische Gemeinschaft für Kohle und Stahl, die Länder Europas wirtschaftlich und politisch zu vereinen, um einen dauerhaften Frieden zu gewährleisten.

Sinds 1950 verenigen Europese landen zich economisch en politiek in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal om te zorgen voor een blijvende vrede.