Examples of using "Roh" in a sentence and their dutch translations:
Het vlees is rauw.
Lekkerbekken eten mosselen rauw.
Het rauwe ei?
...kan ik het zo rauw eten... ...als sushi.
Het is nooit een goed idee... ...om iets van amfibieën rouw te eten.
Kiezen we voor het rauwe ei? Of voor de gaspeldoorn?
Als je zeeslakken rauw eet... ...loop je 't risico bacteriën te eten.
Gezien hij geen mogelijkheid had om vuur te maken, at hij de vis rauw.
Het komt door dat rauwe ei. Ik wist dat dat 'n slecht idee was.