Examples of using "Putzen" in a sentence and their dutch translations:
Laten we onze kamer kuisen.
We moeten de keuken schoonmaken.
Ga je tanden poetsen.
Ik moet mijn tanden poetsen.
Ik ga mijn tanden poetsen.
- Ik moet onmiddellijk de badkamer kuisen.
- Ik moet onmiddellijk de badkamer schoonmaken.
Ik liet mijn schoenen poetsen.
Hij moet eerst zijn bril schoonmaken.
Zij zal de fiets deze namiddag wassen.
Deze namiddag zal ze de fiets reinigen.
Ik heb mijn moeder de keuken helpen kuisen.
Ik heb mijn moeder de keuken helpen kuisen.
Vergeet niet je schoenen te poetsen vooraleer je buiten gaat!
Je moet minstens twee keer per dag je tanden poetsen.
Ik was de hele middag bezig met het huis schoonmaken.
Gisteren ben ik gaan slapen zonder mijn tanden te poetsen.
Poetst ge goed uw tanden?
- Als ik begin met schoonmaken, kan ik mezelf niet meer tegenhouden.
- Als ik eenmaal begin met schoonmaken, kan ik mezelf niet meer tegenhouden.
Gisteren ben ik gaan slapen zonder mijn tanden te poetsen.
Poets je tanden.
Vergeet niet uw tanden te poetsen na elke maaltijd, en voor het slapengaan.
Ik wil tanken, maar niet hier, want ze maken je ramen niet schoon.
Maak het raam schoon met een vochtige doek.