Examples of using "Las" in a sentence and their dutch translations:
Ik las.
Zij las.
Ik ging door met lezen.
Hij las erg veel.
Ik las een boek.
- Hij las erg veel.
- Hij las echt veel.
Ik las een brief.
Tom las een boek.
Ik las het artikel.
Tom las de brief.
Hij las het boek gisteren.
Ik bleef doorlezen in het boek.
Hij las verder in het boek.
Tom zat in zijn pyjama een krant te lezen.
Ze raapte een steen op.
Tom was een oud manuscript aan het lezen.
- Tom raapte de stukjes gebroken glas op.
- Tom raapte de glassplinters op.
Ze las het gedicht hardop voor.
Tom las dertig boeken het laatste jaar.
- Ik heb een boek gelezen vannacht.
- Ik heb gisteravond een boek gelezen.
Ik heb dat boek enkele keren gelezen.
Ik las een boek tijdens het wandelen.
Ze weende terwijl ze de brief las.
Ik las het in de uitgave van vandaag.
Ken was aan het lezen toen ik thuiskwam.
- Ze weende terwijl ze de brief las.
- Zij huilde bij het lezen van de brief.
Gisteren heb ik een echt interessant verhaal gelezen.
- Ik heb een brief gelezen.
- Ik las een brief.
Ik heb het boek van kaft tot kaft gelezen.
Zij huilde bij het lezen van de brief.
Ik las het artikel.
Tom las over Mary's ongeluk in de krant.
Hij was erg moe en las de avondeditie niet.
Ik lees een boek.
Toen Tom wakker werd, was Maria aan het bureau een boek aan het lezen.
Zij las de brief, en zo kwam ze te weten dat hij dood was.
Maria las de Duitse vertaling.
Zij las de brief, en zo kwam ze te weten dat hij dood was.
Ik heb het boek gelezen.
Eén voor één kwamen de jongens kijken wat ik aan het lezen was.
Tom heeft een krant gekocht en las hem op weg naar het werk in de trein.
Ze heeft de hele nacht boeken gelezen.
Ik las de brief en merkte onmiddellijk op dat ze hem onder invloed van sterke emoties geschreven had.
- Ik heb het boek van kaft tot kaft gelezen.
- Ik heb het boek van het begin tot het einde gelezen.
Ik las gisteren een artikel over zure regen.
Zittend in haar fauteuil van panterpels las de jonge vrouw in rood ondergoed voor uit een boek met de titel "De zwarte prinses".
Toen ik klein was, kwamen opa en oma nog om op te passen. 's Avonds op bed las oma me voor. Of opa vertelde een verhaal.