Examples of using "Löwe" in a sentence and their dutch translations:
Dit is een leeuw.
Een leeuw is een dier.
Een leeuw is sterk.
Dit is een leeuw.
Dit is een leeuw.
De leeuw eet het vlees.
Wie is het sterkst, een tijger of een leeuw?
De leeuw wordt de koning der dieren genoemd.
De leeuw is de koning van de dieren.
De leeuw is de koning van het oerwoud.
'Die man is een leeuw,' zei Napoleon terwijl hij zijn opmars zag.