Examples of using "Löffel" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou van lepels.
Mijn lepel is te groot!
Masuo kan lepels buigen.
Dit is een lepel.
Mijn lepel is te groot!
Waarom hebben konijnen lange oren?
Ik zou graag een houten lepel willen kopen.
Excuseer, kan ik een lepel krijgen?
Tom roerde de soep met een lepel.
De haas bloedt aan het oor.