Translation of "Glänzende" in Dutch

Du hast eine glänzende Zukunft.

- Je hebt een zonnige toekomst.
- Je hebt een hoopvolle toekomst.
- Je hebt een rooskleurige toekomst.
- Je hebt een zonnige toekomst in het verschiet.
- Je hebt een zonnige toekomst voor je liggen.

Nicht alles Glänzende ist ein Diamant.

- Het is niet alles goud wat er blinkt.
- Het is niet al goud dat blinkt.

Maria war der glänzende Stern der Fußballmannschaft.

Maria was de ster van het voetbalteam.

Er sieht dieses neue glänzende Ding im Wald.

Ze ziet iets glimmends in het bos.

- Das ist eine brillante Idee.
- Das ist eine glänzende Idee.

Dat is een briljant idee.