Examples of using "Geklaut" in a sentence and their dutch translations:
Hij heeft mijn horloge gestolen.
Mijn geld werd gestolen.
Tom heeft mijn paraplu gestolen.
Men heeft mijn fiets gestolen in het museum.
- Hij heeft mijn horloge gestolen.
- Hij stal mijn horloge.
- Ik ben kwaad omdat iemand mijn fiets gestolen heeft.
- Ik ben boos omdat iemand mijn fiets heeft gestolen.
Hoe kan ik voorkomen dat mijn fiets wordt gejat?
Wie heeft de appels gestolen?
Mijn geld werd gestolen.
Ze stalen mijn fles wijn!
Deze man heeft mijn portemonnee gestolen.