Translation of "Fliehen" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Fliehen" in a sentence and their dutch translations:

Sie konnten nicht fliehen.

Zij konden niet ontsnappen.

Lasst uns zusammen fliehen.

Laten we samen ontsnappen.

Es gelang ihm zu fliehen.

- Hij slaagde erin om te ontsnappen.
- Hij kon ontsnappen.

Männer von guter Geburt, die nicht fliehen.

mannen van goede geboorte, zij die niet vluchten.

- Ich versuchte zu fliehen.
- Ich versuchte zu entkommen.

Ik probeerde te ontsnappen.

- Er konnte entkommen.
- Es gelang ihm zu fliehen.

- Het lukte hem te ontsnappen.
- Hij slaagde erin om te ontsnappen.
- Hij kon ontsnappen.

Aus der Strafanstalt in Punta Carretas fliehen 106 Guerillas.

Uit de gevangenis in Punta Carretas... ...ontsnappen 106 guerrilla's.

Schlecht formulierte Befehle führten zu Verzögerungen, und die Koalitionsarmee konnte fliehen.

Slecht opgestelde bevelen leidden tot vertraging en het coalitieleger kon ontsnappen.

Marmont die nächste Revolution nicht verhindern und musste aus Frankreich fliehen.

Marmont de volgende revolutie niet voorkomen en moest hij Frankrijk ontvluchten.

Die Berliner Mauer wurde errichtet, um zu verhindern, dass Ostdeutsche in den Westen fliehen.

De Berlijnse Muur werd gebouwd om te voorkomen dat Oost-Duitsers naar het Westen zouden vluchten.