Examples of using "Flüssig" in a sentence and their dutch translations:
Water is vloeibaar.
Hij spreekt vloeiend Chinees.
Hij spreekt vloeiend Frans.
Tom spreekt vloeiend Japans.
Ik wil vloeiend Engels kunnen spreken.
Hij spreekt vloeiend Engels.
Hoeveel talen kun je vlot spreken?
Ik wil vloeiend Engels kunnen spreken.
De enige taal die ik vlot kan spreken, is Engels.